Ik sprak een collega van een andere organisatie. Hij heeft zwaar overgewicht, astma en is 59. Zijn jonge collega's werken door, hij zit thuis. "Ik werk net zo goed", zegt hij, "alleen even niet op kantoor of bij de klant. Toch word ik veroordeeld, zelfs door mijn eigen collega's. Eigen schuld, zie je ze denken, Vetzak. Maar ik heb een stofwisselingsziekte", hijgt hij. "Het gaat niemand wat aan, maar nu voel ik steeds de behoefte om dit uit te leggen." Ik begrijp het. Ik heb dat ook. Uitleggen dat je een afwijkend ECG hebt en een hartritmestoornis, dat je daarom thuis werkt. Terwijl niemand dit iets aangaat. Je functioneert er namelijk niet anders door, normaal gesproken, maar nu moet je dus even binnenblijven. Ik heb een briefje van mijn arts. Voor legitiem verzuim. Ik hoef niet mee te gymmen.
Mijn oudste dochter werkt ook in de zorg. Op Koningsdag zat ze in de trein, op weg naar haar werk. Ze werd aangekeken alsof ze naar Ikea ging. "Ik heb een witte jas nodig", zei ze. "Mensen djutsen, maar ze hebben geen idee waar ik naartoe ga."
"Je weet niet wat er aan de hand is", leer ik mijn kinderen als er weer een hysterische BMW aan mijn bumper kleeft en niet kan wachten om me in te halen. Suf vrouwtje, djutst hij. "Misschien moet hij bevallen, je weet het niet."
Hejje haast, lul, denk ik stiekem en lach hem toe als we bij hetzelfde stoplicht staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten