Mijn buurvrouw appte me. Die aardbeienplant kon ik beter niet in mijn border planten, dan kwam er schimmel. Alsof ik dat van plan was. We kwekten wat over mijn tuin, zij met kennis, ik zonder. "Ik kom even kijken", zei ze.
In de tuin kreeg ik een les over onkruid, en nee, dat waren geen stokrozen, dat was gewoon een stok. "Ik kom je volgende week helpen, doen we het samen en is het zo gebeurd", zei de allerliefste buurvrouw op aard. Verbijsterd bleef ik achter en keek met een nieuwe blik rond in mijn achtertuin. Wat een zooi. Onkruid, sleutelkruid, kleefkruid.
Ik kom uit een familie met liefde voor de natuur. Ongerepte, ongecultiveerde, woeste natuur, en dat was te zien aan onze achtertuin. Een kuil van gras, paardenbloemen, bomen en niet nader gedefinieerde struiken. Het moet een doorn in het oog zijn geweest van onze buurvrouw, die de Elegance op haar salontafel had liggen maar wekelijks gretig bij ons de Libelle kwam halen. "Mijn man de professor", zei ze dan, "is even de Volvo in de garage zetten". Ook zij was eigenlijk een lieve buurvrouw, als je het laagje snobisme eraf krabde, die nog jaren na mijn moeders dood op haar geboortedag bloemen op haar graf legde.
Het is een menselijk trekje om niet op je ouders te willen lijken. Al waren ze nog zo lief en hield je nog zoveel van ze. Dat streven is sterk verminderd op mijn leeftijd. Ik kijk in de spiegel en zie mijn moeder, ik hoor mijn vader. En heb dit geaccepteerd. Mijn laatste kleine verzet ligt in die tuin. Ik zal en moet een echte tuin hebben.
Nadat mijn buurvrouw terugkeerde naar haar eigen, nette tuin, begon ik met hernieuwde ijver te rukken aan alles waarvan ze had gezegd dat het onkruid was. In mijn witte bloes. En mijn blauw wit geruite broek. Mijn schoffel en gloednieuwe werkhandschoenen waren verdwenen, in de gangkast stond nu allerlei zinloze coronavoorraad. Alsof ik ooit pastasaus uit blik eet. Ik nam een opscheplepel en begon te wroeten. Een half uur, 6 spinnen, 328 pissebedden en 12 slakken later vond ik het genoeg.
Dit zou een perfecte tijd zijn, deze coronacrisis, om een prachtige tuin aan te leggen. Maar wie neem ik in de maling. Het is ook een perfecte tijd om 10 kilo af te vallen, een superbooty te trainen en vegan taarten te leren maken. Om Hebreeuws te leren, het zadel van mijn fiets hoger te zetten en alle foto's van de afgelopen 10 jaar te verwerken in mooie glanzende boeken.
Volgende week.
Dan is het ook nog corona.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten