Al die tijd dacht ik dat het stuk zou lopen, net als bij ons. Want een karakter verandert niet, zeker niet op die leeftijd. Ze gaat erachter komen, dacht ik. En dan haalde ik mijn schouders op en ging verder met leven. Soms voelde ik de behoefte aan wraak, om de tijd een handje te helpen. Vraag wat hij zijn zoon heeft aangedaan, hoe zijn dochters eronder hebben geleden, dacht ik dan. En als je het niet vraagt, dan zeg ik het je. Maar ik kon het niet. Ik ben niet gemeen, niet wraakzuchtig.
Hij wapperde opzichtig met de monsterlijk dikke ring om zijn vinger. Zijn statement. Ik ben gelukkig, eindelijk, en jij?
'Hallo', zei hij tegen zijn zoon. En een uur later 'Doei'. Dat was het, na 4 jaar zwijgen. Samen liepen we terug naar mijn auto, de zoon en ik. Hij droeg de feestspullen, de nepchampagne, de borrelnootjes, zijn gezicht op onweer.
'Kom', zei hij, 'wat ben je traag, vrouwmens.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten