Dromen zijn raar. Je verwerkt wat je de dag of dagen ervoor hebt meegemaakt of aan hebt gedacht. Zegt men. Niks voorspellends, niks trauma's, gewoon het roeren van al je herinneringen in combinatie met wat pulp uit je dagelijks leven. Zo zat ik vannacht aan de High Tea met een oude vriendin die geen vriendin meer is vanwege groeiende bitchiness en de voltallige familie van mijn wonderboy J, de man bij wie ik had moeten blijven vanwege zijn looks, humor en eruditieness. Hij ging niet vreemd, toen niet tenminste, en is nog steeds bij de vrouw die hij opdook na mij. 'Niet warm, zoals jij', zegt mijn oude schoonzus die ik nog wel eens zie in supermarkt of sportschool over haar. Dat warme heeft hem anders weinig goeds gebracht, want ik was een loeder dat wel vreemdging, dus mijn handen wassen in onschuld, gelijk Pilatus, zal ik hier niet doen. Iedereen zat aan de thee, ook mijn lieve schoonmoeder in een voor haar zo tekenende jurk met bobkraagje en Schotse ruit, haar door oedeem gezwollen voeten in instappers met kwastjes. Ze had in haar jaren in het dorpje L ten onrechte een akelig imago opgelopen, omdat mensen nu eenmaal graag roddelen en vooral invullen, maar ze was de liefste schoonmoeder die ik ooit had, en ik had er nogal wat. 'Waar is J', vroeg ik, want ik had een soort van stiekem gehoopt dat hij er ook zou zijn, zodat we de nieuwe konden wegdoen en opnieuw konden beginnen. 'Die zit aan de toog in Koog aan de Zaan', zei mijn reeds lang overleden schoonmoedertje. Nu ben ik daar nooit geweest, ik zag het gisteren niet op het nieuws, mijn boek speelt zich daar niet af, ik hoorde er geen liedje over, sterker... ik weet niet eens waar het ligt, misschien vlakbij Koog, maar zeker aan de Zaan.
Dromen zijn bedrog en als ik wakker word zie ik naast me een berg boeken, puzzelboekjes en een kat. Karma, zullen we maar zeggen. Of, in Urk: de straf van God.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten