woensdag 1 juli 2020

Dag 110. Barones

Om de verveling tegen te gaan had ik S voorgesteld om in de zomer weer te gaan lessen. Dat leek haar wel wat, dus twee weken geleden maakten we een afspraak met Hanneke, een vrolijk blond paardenmeisje. De eerste les was meteen op de heetste dag van het jaar en er was, behalve juf Hanneke en enkele fanatieke meiden, geen mens te zien. De paarden zuchtten onder de hitte. Ook Barones, een merrie met een adellijk voorkomen, stond half te slapen. S zadelde op, ik gaf aan. Zo gaat het al jaren. Borstels, dekentjes, hoofdstel, ik ken mijn plaats.

Op stal mag je niet met open schoenen rondlopen (alsof je dichte Louboutins een paardenvoet van 500 kilo kunnen tegenhouden), maar mijn enige stallaarzen zijn gevoerd met bont, dus ik had in een vlaag van verstandsverbijstering besloten mijn zwarte enkellaarsjes te dragen, die met die hele hoge hakken van 10 cm. Om het leed te verzachten had ik in plaats van sokken vreselijk strafbare pantykousjes aangetrokken en dat had ik niet moeten doen. Ik zweette peentjes, het stond 5 cm diep in mijn laarzen.

Omdat mijn eigen paardrijdagen ver achter me liggen en S al heel lang niet meer op een manege had gereden, was ik vergeten dat zo'n peerdenstal is ingericht met houtsnippers, stro, ingevallen stoeptegels, ijzeren trapjes, rondslingerende caps, enthousiaste Jack Russells en rijbakken met modder, zand en stront. Als een wannabe barones liep ik wiebelend en zwetend langs de stallen en probeerde intussen wanhopig niet te struikelen. Ik voelde mij volkomen misplaatst.

Deze week was het druk. S zadelde Japie op, minder adellijk maar een stuk pittiger, en ik probeerde intussen de vele ervaren amazones en hier en daar een verdwaalde bucketlistvader te ontwijken, maar het leek alsof niemand hier ooit van corona had gehoord. Ze banjerden in kwekkende groepjes langs me heen, scheerden rakelings langs me met torenhoge knollen ('deur vrij!') en vroegen en passant nog even of ik hoofdstel zus of poetskist zo wilde aangeven.

'Het wordt me wel wat druk', zei ik vanavond tegen S die thuis op de bank met interesse haar nieuwe blaren bekeek. Ze reageerde niet. Ze heeft me weken geleden al geparkeerd als De Grote Aansteller, vooral omdat zij besloten had dat het allemaal zo erg niet meer was, vooral omdat zij wílde dat het allemaal zo erg niet meer was. 'Veel te druk', morde ik nog wat en verdween blootsvoets naar boven, met een boek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten