vrijdag 9 oktober 2020

Dag 210. Stoer

Het gevoel opgesloten te zitten grijpt me steeds vaker bij de keel. Opgesloten in mijn huis, maar ook in mijn gevoel. Blijf binnen, zegt Rutte. Alsof ik daar zelf niet was opgekomen. Dus ik blijf binnen. En gelukkig kan dat ook, want ik ben een mazzelpik met werk dat ik thuis redelijk goed kan uitvoeren en een salaris dat gewoon doorloopt. Helaas geldt dat niet voor mijn dochter. De faculteit in Amsterdam is een log apparaat, zonder de flexibiliteit van haar middelbare school. Want wat zijn de consequenties als ze niet meer gaat? Wordt ze dan uitgesloten, absent gemeld, haalt ze haar jaar dan nog wel? Laatst werd ze zelfs absent gemeld omdat haar Zoom-verbinding eruit flikkerde. 

Ik bel de studentenservicedesk met mijn vragen. Eerst sta ik 20 minuten in de wacht. Daarna word ik doorverbonden naar de balie van de faculteit. Om daar te horen dat ze moet bellen met de decaan, op dinsdag tussen 9 en 10 uur. Na veel gemier en gezeur maakt ze een notitie in mijn dochters studentendossier. Ze zal een mail krijgen. Ooit, denk ik erachteraan. En ik, die dacht dat we er in maart aardig doorheen waren gerold.

Het zit niet mee. Het zit tegen. In perspectief uiteraard, want er is altijd erger, zoveel erger. Dat betekent niet dat ik niet mag klagen, leerde ik van mijn psych. Klagen over eenzaamheid, tegenvallers, teleurstellingen, zelfs over de houten kont en het slaaptekort. Ik mag ook boos zijn. Ik moet boos zijn, zei ze, leer boos te worden en op te eisen wat van jou is. Want dat kost me moeite. Ergernis, daar ben ik goed in, miepen, zeuren en mokken ook, maar de vuist of de bijl wil maar niet komen. De vuist als zelfverdediging en opkomen voor je recht. De bijl om knopen door te hakken. Nu, op dag 210, waag ik een poging. Ik hijs de broek op en trek ten strijde. Dan vinden ze me maar niet aardig, zeg ik stoer.

Maar eerst mijn nieuwe modem ophalen bij de Karwei.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten