Zoveel boeken die ik de afgelopen jaren weglegde, dit moest uit. Een boek van 1230 bladzijden en zeker 400 kunnen eruit, zo niet meer. Bladzijden vol eindeloos gekrakeel over details van zaken die je niets interesseren, alleen maar om toe te werken naar die paar stukken die het boeiend maken. Ik kon verbluffend weinig genegenheid opbrengen voor de spelers en na 1230 bladzijden hadden de meesten nog steeds geen gezicht. Het is een magnum opus, een biografie, een levensverhaal, maar ook niet. Een liefdesverhaal dan, maar dat komt nergens uit de verf, je weet niet wie hij is en haar vind je vooral vervelend. Op pagina 919 gaat hij vreemd. En daar lees je ook overheen, want het interesseert je geen barst. Als zij hem uiteindelijk verlaat (niet daarom) denk je alleen maar: eindelijk.., ga, afstandelijke stinkhippie, ga! Het zijn gezichtsloze mensen. Of mensen die 3x van gezicht veranderen. Het zijn mensen waarvoor je geen greintje sympathie kunt opbrengen, behalve misschien voor de jongen Mordecai, maar als hij uit het leven stapt, voel je niks.
Je bent de verhaallijn allang kwijt, maar hoopt dat alles op het eind zal samenvallen. Wat niet gebeurt, ondanks een meeslepende slotscène. Het heeft ook geen sfeer die je meetrekt het boek door, omdat de stijl elke keer verandert en er soms zo wordt afgedwaald en doorgezaagd over 1 onderwerp dat je rustig enkele bladzijden verder bent voordat je je realiseert dat je geen flauw idee hebt van wat je net gelezen hebt. Het is een boek met kop noch staart en al wordt er nog zoveel gestrooid met culturele hoogstandjes, gezemel over experimenteel toneel en vernieuwende jazz, er wordt niets gezegd.Ik ben geen boekrecensent en lees intuïtief, ik zal nooit worden uitgenodigd in DWDD, ik heb geen verstand van zaken en het boek heeft vast een goed doorwrochte thematiek, die ik gewoon niet vond met mijn domme kop. Harstad schrijft goed, natuurlijk, al vraag je je meerdere keren af of dat echt zo is als de personen maar niet tot leven lijken te komen. Het boek is zo dik en toch zo flinterdun, het is aanmaakpapier. Maar het moest uit, al zijn de scènes die me boeiden (de jonge jongens in de verlaten fabriek, de dood van de eenzame alcoholist, de stad na de aanslag in 2001) op 1 hand te tellen. Het moest uit, omdat ik steeds minder boeken uitlees, het werd een prestigekwestie. Ik kijk naar mijn boekenkast en zie Garp staan (John Irving), ook zo dik als een bijbel, maar met een verhaal dat ik nog kan navertellen, met duidelijke hoofdpersonen waarvan je gaat houden, en een wereld die je met tegenzin verlaat als het boek uit is.
Ik lees in een Trouw recensie wat ik nou eigenlijk gelezen heb, als mijn dochter binnenkomt.
'Ik heb het uit', zeg ik.
'En?'
'Ik weet nu dat er verschillende tinten zwart zijn.'
'Dan kun je rustig sterven.'
Tabee, Max, ik zal je niet missen. Ik ga nu Colette lezen. Dat van de hoed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten