vrijdag 25 december 2020

Dag 289. Kerstgemis

We zitten met zijn tweeën aan tafel en hebben een echt gesprek. Een filosofisch gesprek, over zelfbeeld, zelfvertrouwen, eigenheid. 'Als ik iets geleerd heb in deze maanden, is dat alleen zijn heel goed kan zijn. Eigenlijk zou iedereen verplicht jaarlijks een maand alleen moeten zijn', zegt S. 'Ik heb mijn filter verloren, ben veel eerlijker. En ik denk dat dit komt omdat ik minder beïnvloed ben door mijn omgeving.' Zo praten we een tijdje door, over jongens, vriendschap, relaties, vaders natuurlijk, net zo lang tot het kaarsvet op de kerstloper druipt. We ruimen af. 'Wel stil, hè, zo met zijn tweeën', zegt ze. Ik denk aan mijn oudste dochter, die alleen thuis zit. Die ochtend zat ze braaf urenlang in de verste stoel met haar mondkapje op haar cadeaus uit te pakken. Mag wel af, hoor, had ik gezegd, maar ze piekerde er niet over. 'Nope, te tricky.' Het is geen gemakkelijke tijd voor haar en ik kan maar weinig voor haar doen, zelfs er gewoon maar zijn is niet meer zo gewoon.

Dan krijgt S een appje van een oude kennis, of ze interesse heeft in een nieuwe knol. Weg is mijn kleine filosoof, ze rent naar boven en laat mij achter op de bank. Ik zap wat langs slechte kerstfilms en sentimentele zangprogramma's. Dan strand ik in Ghost, precies op het moment dat Demi en Patrick kleiseks hebben op de klanken van hét liedje, Unchained melody. In een split second ben ik terug in ons eerste koophuis. Mijn zoon was 3, mijn dochter 1. Zo rond 5 uur danste ik met allebei door de huiskamer, tot papa thuiskwam uit zijn werk. Elke dag hetzelfde riedeltje: Dolly Parton, House of Pain, R.E.M., Hakkuhbar (mijn zoon had een fascinatie voor dat nummer Gabbertje, ik kan het ook niet helpen). Tot ze moe waren, dan draaide ik The Righteous Brothers en kon ik ze in mijn armen klemmen en plat knuffelen, terwijl ik met ze door de kamer schuifelde en heel hard meezong in hun tere kinderoortjes.

'Nou moe', zeg ik, en ik veeg gauw een traan weg, want ik heb het nummer in geen jaren gehoord. 'Iedereen is dood', had ik die ochtend al geroepen, toen we met zijn vijven (mag net van Rutte) naar een Muppetfilm keken. En nu dit weer. Patrick, dood! Huwelijk, dood! Kinderen, groot!

Ik ben niet goed in dit soort dagen, maar dat had u vast al door. Of zoals mijn dochter het zei vanmiddag: 'Niemand is normaal in jouw familie, altijd maar denken en treuren.' Als ik in bed lig, luister ik nog even naar een geluids-appje van mijn kleine broertje. De kerstcognac is op dat moment al aardig richting bodem gezakt, dat is duidelijk. Volgend jaar, broer, hopelijk volgend jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten