Mijn moeder heeft één keer in haar leven iets geborduurd. Een paaskleed. Ze deed er jaren over en toen het eindelijk af was, gooide ze er meteen jus overheen, precies in het midden. Het kleed is sinds haar dood in 1995 in mijn bezit en elk jaar legde ik het met Pasen op tafel, de vlek bedekkend met een schaal met eieren of een kandelaar. Toen we in 2017 naar deze woning verhuisden was het kleed ineens verdwenen. Ik heb het niet weggegooid, dat is onmogelijk, het moet ergens in een doos zitten, denk ik sindsdien elk jaar als Pasen zich aandient.Vanavond besluit ik er werk van te maken. Op zolder schuif ik de racebaan met de miniatuur Max en Lewis opzij, haal de schotten uit de sponningen en ga op de knieën. In de eerste doos vind ik kinderboeken, ook het boek De Heksenhand dat ik laatst opnieuw heb gekocht in de veronderstelling dat mijn broer het had gejat. De volgende doos zit vol met dino's en knuffels. Ach, de beer uit het blauwe huis, zucht ik. En kijk, Kenny uit South Park. Ik laat de lang vergeten helden door mijn handen glijden. Dribbel, Garfield, Balto, ik ken ze nog allemaal bij naam. In een derde doos zit sexy lingerie. Ik hou een fladderig kanten gevalletje omhoog. Dat ik daar ooit in paste, denk ik. Paasonwaardige herinneringen komen boven, ik stop het gauw terug in de doos. Als ik een door mijn moeder gebreid babytruitje tegenkom van mijn zoon en de tranen in mijn ogen springen, vind ik het welletjes. Weer geen paaskleed dit jaar.
Beneden kijk ik naar The Passion. Trijntje zou zo vals zingen, hadden Henk en Ingrid op Twitter en Facebook geroepen tegen ieder die het maar horen wilde. Want behalve van de virologen, barst Nederland op zulke momenten ook van de musicologen. Geen fraaie hoogte hebben is niet hetzelfde als vals zingen, mompel ik, en of het nu komt door het truitje van net, ik ben ontroerd als ze haar zoon toezingt, voor hij zijn einde vindt aan het kruis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten