vrijdag 30 april 2021

Dag 415. Het kuurtje

Ik was al halverwege mijn werkdag toen ik ineens een zwelling op mijn linkerarm bemerkte. In het licht van mijn telefoon zag ik een rode plek van ongeveer 10 bij 7 cm die warm en pijnlijk aanvoelde. 'Krijg nou wat', zei ik, en besloot toch maar even de huisarts te bellen. Het was half 5. De assistente nam op. Ik vertelde mijn verhaal: 'Sinds de vaccinatie 3 weken geleden een pijnlijk gevoel op de prikplek die niet afneemt en nu een zwelling eronder.' Ze hoorde me aan. 'Tja', zei ze, 'misschien toch beter dat er iemand naar kijkt'.  Intussen trok ik mijn schoenen alvast aan.

'Kunt u maandag om 10 voor 10?'
'Eh ... pardon?', zei ik. 'Dat lijkt me een beetje laat, als het trombose is ...'
'Trombose zit in het been', zei ze.
Daar zakte mijn broek.
'Nou eh ..., nee. Er is ook zoiets als een trombose arm', zei ik geërgerd.
Ik hoorde haar denken, de lijn kraakte.
'Kunt u een foto sturen', vroeg ze tenslotte. 'Dan vraag ik de arts of ze er even naar kijkt.'
Ik stuurde een foto van het gewraakte lichaamsdeel dat geen trombose kon krijgen. Even later ging de telefoon. 'Ja, nog een keer met de domme assistente, waarmee bent u gevaccineerd? AstraZeneca? Oké.' Vijf minuten later ging mijn telefoon weer over. De huisarts. Of ik even kon komen. Ik had mijn schoenen al aan dus dat kon. Tien minuten later stonden de huisarts in opleiding en mijn eigen huisarts naar mijn arm te turen. Ze knepen er in. Knepen in de rechter. Termen vlogen over mijn hoofd. 'Het fluctueert niet', zei de HIO. 'Nee', zei de HA, 'het fragmenteert niet.' Waarschijnlijk zeiden ze iets anders, maar zo klonk het en het klonk geruststellend dus vroeg ik maar niks. 'Je krijgt een kuurtje', zei ze. 'In een spa in Zuid Frankrijk?', vroeg ik. Dat gunde ze me, zei ze, maar nee, antibiotica. 'Teken maar af', zei ze tegen de HIO en vertrok. De HIO markeerde de plek op mijn arm met een pen. 'Wat een trieste hoeveelheid speelgoed', zei ik, terwijl ik het eenzame houten treintje op het bureau met mijn goede arm heen en weer reed.

Vrijdagavond. Waarom gebeuren dit soort dingen altijd op vrijdagavond. Als het buiten de lijntjes komt, moet ik de huisartsenpost bellen, was het advies. Hypochondrisch als altijd voel ik plots van alles. Prikkende benen, jeuk in mijn schouder, maar dan die ander, moe en zo koud, kan die kachel niet hoger? Soms kijk ik ernaar. Omdat het prikt. Maar misschien zijn dat de zenuwen. 'Heb jij weer', zegt dochter. 'Heb ik weer', zucht ik. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten