Het wachten is op mijn oudste dochters videobelletje, als dat een woord is tenminste. Intussen lees ik over Boris' corona en Bernie's vertrek. We hebben net gewandeld, de jongste en ik. Om 6 uur, de beste tijd in burgerlijk suburbia. Toch is er veel op straat tegenwoordig. Naast fietsers, skeelers en lopers, zie ik duiven, kauwtjes, scholeksters en zowaar enkele verloren gewaande mussen. Het bevalt ze wel, een wereld zonder verkeer, zonder uitlaatgassen.
Een trendwatcher (is dat nou een echt beroep?) vertelde vanmiddag online dat dit dé gelegenheid is om het allemaal helemaal anders te gaan aanpakken. Wat dan? Nou, álles! Het was een vrouw met grijs haar, een Cary Grant bril en dunne ontevreden lippen, dus ik nam haar sowieso serieus. Ze keek er ook nog eens intelligent bij en herhaalde drie keer dat het allemaal anders kon. We kunnen het nu, dus we kunnen het straks, zei ze. Hier haakte ik af, want dat we het nu kunnen zie ik in enthousiasme, idealisme en ondernemingslust, maar nog nergens bewezen. En de cynicus in mij weet zeker dat als het virus straks geweken is, alles, ja alles! na een week weer business as usual is, hoe graag ik het ook anders zou willen. Een wereld met aandacht voor lokale, eerlijke en duurzame producten, waarin we sokken stoppen, niet vaker dan drie keer per week vlees eten, aardbeien weer zomerkoninkjes zijn en we één keer per jaar op vakantie gaan, naar Bergen aan zee. Een wereld met bijen en mussen en meikevers en wolven en als we even doorzetten krijgen we de dodo ook wel weer terug.
Intussen kijk ik oude filmpjes van de Graham Norton show en constateer dat ik minder snel geagiteerd raak als ik Kevin Hart zie. Begint de rust van de quarantaine aan te slaan?
Ping! Mijn dochter meldt zich. Bij gebrek aan haar Ethiopische vlechtendraaier heeft ze haar afro weer terug. Ze ziet er warm en wollig uit. Ik mis haar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten