maandag 13 april 2020

Dag 31. Verveling

En toen kwam de verveling. Een lamlendige, vermoeide, stroperige verveling. Een verveling van effe gaan leggen om 3 uur en je bed niet meer uitkomen. Een dochter op je voeteneind en een kat op je rechterhand, zodat het met opperste verveling door je insta scrollen niet meer mogelijk blijkt, maar je te apathisch bent om er iets aan te doen. En heb je dan eindelijk je Netflix gestart, dan wil de film "Brad zonder shirt" niet laden omdat heel lamlendig Nederland online is. "Ik doe het kebab dieet", zegt dochter. "Ik ben al een stuk dönner." Ik lach plichtmatig. "Ha, ha, ha." "Dat was de meest white supremacist lach die ik ooit heb gezien", zegt S. "Nou, als je nog eten wil", is mijn antwoord, "dan zal je wat moeten bestellen, want ik pieker er niet over om nu nog die ingewikkelde gevulde courgette te gaan maken, dat duurt minstens een uur". 


We hebben net een zak witte chocolade eitjes gegeten en zijn een beetje misselijk. "Je ligt op mijn voet", zeg ik narrig. "Jammer dan", zegt het licht in mijn leven. Na nog een uur, waarin we paaseitjes gooien naar de kat, gezamenlijk Salt-n-Pepa zingen, klagen over ons haar - dat van haar wild en meedogenloos, dat van mij uitgeblust en op sterven na dood -, bestellen we pizza, Fernandez en cookie dough ijs. S hoopt op een leuke delivery boy, maar als hij komt, staat ze op de overloop snerpend luid het Krusty Krab pizzalied te zingen, terwijl de jongen enigszins verlegen op afstand veinst het niet te horen terwijl hij naar de blikjes graaft. 

Ze zit in bad nu. Met bruisbal, pizza en het schaamrood op de kaken, omdat ik loog hoe knap de jongen was. "Ongeveer van jouw leeftijd, schat." 

Even rust.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten