Ik was 15 toen we een nieuwe buurjongen kregen. Een pleegkind was het en hij kwam uit een milieu dat mij volkomen vreemd was en ik vond de directheid waarmee hij mij probeerde te versieren erg opwindend. Het was een spel, want hij was een kop kleiner dan ik, een jaar jonger and may I say aartslelijk met een gezicht vol sproeten en puisten. Hij vond ongetwijfeld hetzelfde van mij, want het zou nog zeker 2 jaar duren eer mijn boompje zou gaan bloesemen en ik ging in die dagen door het leven met een dikke bril, sloom haar en cup AA. Het was een oefenwedstrijd, FC Wormerveer tegen NAC Nijkerkerveen zeg maar.
Ik loop naar zolder, waar mijn verveelde en bloedmooie dochter huist.
"Zeg", begin ik, en vertel haar over mijn jeugdherinnering en de nieuwe buurjongen. "Als ik jou was zou ik eens semi-nonchalant uit mijn raam gaan hangen. Gewoon voor de aardigheid".
"God mam, we hebben tegenwoordig internet, hè, ik ben al voorzien."
"Zelf weten", zeg ik en haal mijn schouders op.
Ik sjok de trap weer af en voel me stokoud.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten