zaterdag 18 april 2020

Dag 36. Seventies blues

"Oh mijn God, ik heb nu echt zo'n harses uit de jaren 70", roept mijn dochter veel te luid, terwijl ze zonder enige aankondiging mijn slaapkamer binnen walst, waar ik net ontwaak uit een veel te korte slaap.

Ik word met enige regelmaat geteisterd door insomnia en de laatste tijd meer dan me lief is. Het begint meestal vrij onschuldig. Ik lig te denken over mijn leven, mijn kinderen, mijn werk, maar tegen 4 uur 's nachts is dit ontaard in één grote paniekgedachte en zal de wereld zeker worden vernietigd door bosbranden, de stijgende zeespiegel, luchtvervuiling en niet in de laatste plaats door het Coronavirus. Het is De Gesel Gods, tegen 5 uur ben ik ervan overtuigd. Om 6 uur word ik gered door de genadigheid van de slaap. Maar om 7 uur gaat de wekker en hijs ik me uit bed om de plicht van die dag te gaan  vervullen. Tenminste, als het geen weekend is.

"Met zo'n middenscheiding en ontploft aan de onderkant", zegt Sarah. "Nou, ik ga douchen!"

Wat is er zo slecht aan de jaren 70, mijmer ik. Men streefde naar tolerantie, vrede, gelijkheid. De vrouwenbeweging was actief. We aten nog lokaal en seizoensgebonden, gingen met de tent naar Frankrijk en niet 2x per jaar naar Thailand, sporten was nog niet heilig, we hadden de tiet bevrijd en schaamhaar mocht nog, alle Soa's waren te genezen en Nederland was nog niet obese.

Ik hoor Sarah naar boven klossen. Het is half 12, ik heb nog lang niet voldoende slaap ingehaald, maar de halve dag is verloren en als ik nu niet opsta lig ik vanavond weer te piekeren over het scenario van de Apocalyps.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten