Ik wil daar graag aan toevoegen dat er goeie en slechte mensen zijn en nog iets ertussenin, de chagrijnige. Mijn dochter rende vandaag haar rondje. Bittere noodzaak, want door het binnen zitten schieten haar bloedsuikers alle kanten op. Ze liep over een verlaten stoep langs een tuin waarin een oude vrouw aan t werk was. Er zat een haag van zeker een halve meter dikte tussen, plus nog eens 50 cm gras aan de tuinkant en ruim 50 cm stoep aan de openbare kant. S glimlachte de vrouw toe, beleefd als ze is. De vrouw keek haar aan, boos. 'Anderhalve meter', siste ze.
S was hevig verontwaardigd. "Ik haat ouwe mensen", riep ze me thuis toe. "Ah, net als huilende baby's en schreeuwende kinderen en rare moeders en alle jongens, oh, en leraren en winkelende mensen in het algemeen", zei ik en trok een grimas, "het is maar goed dat je geen dokter wordt."
"OMG", zei S, "elke keer denk ik, hóeveel is er mis met jou?!"
Het is zaterdagavond, 10 uur. In mijn tuin brandt een kaars. Net als bij mijn buren en de buren ernaast en die daarnaast. Een kaars voor de overledenen in de coronacrisis. Het valt me op dat in tijden van oorlog en ziekte de oude religieuze gewoontes weer opspelen. Maria ontbreekt, maar ook nu is het een gebaar van angst, onmacht en hoop.
Het is zaterdagavond, 10 uur. In mijn tuin brandt een kaars. Net als bij mijn buren en de buren ernaast en die daarnaast. Een kaars voor de overledenen in de coronacrisis. Het valt me op dat in tijden van oorlog en ziekte de oude religieuze gewoontes weer opspelen. Maria ontbreekt, maar ook nu is het een gebaar van angst, onmacht en hoop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten