dinsdag 12 mei 2020

Dag 60. Doe wel en zie niet om

Mijn sociaal leven kent een klein gezelschap. Mijn kinderen, die staan op eenzame hoogte. Daarna mijn broers, die net zo'n teruggetrokken leven leiden als ik en met wie ik alleen af en toe samenkom omdat we toch op een vreemde, afstandelijke manier aan elkaar verknocht zijn (en natuurlijk als de drank thuis op is).

Daarnaast heb ik een roddelen-tot-je-scheelziet vriendin, een feest- en sportvriendin, een iedereen-is-dom-en-chinezen-zijn-gek vriendin, een culi-vino vriendin en een onvoorwaardelijke-steun vriend. Daar kom je het leven wel mee door en alles meer dan dat is nep en overbodig. Heel vaak zie ik ze echter niet, waardoor de contacten zijn verwaterd, en daar heb ik nu een beetje spijt van.

Mijn buren hadden gisteren krijsende ruzie. Er werd gesmeten met meubilair, geschopt tegen de deuren, de politie kwam erbij. Business as usual en ik dankte God op mijn katholiek-joodse-hugenoten knietjes dat ik geen man meer had. Want ik ken dit, van dichtbij. En dat is een van de redenen dat ik een rustig en teruggetrokken leven leid. Maar misschien, als ik dit hele jaar heb weggegooid vanwege de slordigheid waarmee wij allen en Chinezen in het bijzonder met de aarde omgaan, als ik dan inmiddels bijna 62 ben en een dik jaar heb verspild van de korte tijd die me nog rest, dan, dan, dan ga ik het helemaal anders doen.

Met mooi weer pakken we de bolide richting Vinkeveense plassen, drinken we er 1 of 2 in Hazes' kroeg, gaan we naar het Muiderslot, mét korting, parkeren we bij de Steegh of de Noot voor een ijs- en ijskoude Campari en eten we gluten-, vlees-, zuivel- en visvrije hapjes in de achtertuin. Ik neem eindelijk weer zo'n veel te duur opera-abo, ga met de jongste dochter naar de paardenraces in Duindigt, met de oudste naar stand-up, met de zoon naar opgezette neushoornkevers. Met mijn oudste broer ga ik eindelijk weer naar dat leuke Italiaanse restaurantje aan het Vondelpark, met de middelste naar een saaie Bachvoorstelling of een expo en bij de jongste nodig ik mezelf behalve elke zaterdagmiddag in zijn huiskroeg ook uit in zijn zomervilla met privé zwembad. Ik wil nog 1 keer in mijn broek pissen van de lach met mijn nicht, de stadsschouwburg met al zijn kristal en pluche van binnen zien, net als vroeger met mijn vader, ik wil naar Guernsey op vakantie om van de kliffen naar de einder te turen en ik wil in Pistoia een openluchtconcert meemaken met een meebrullende amateurtenor in de stoel achter me en een man die echt van me houdt naast me. Geef mij nog één keer een overnachting tussen de jasmijn- en bourgainvillestruiken in Zuid Frankrijk, samen met het hondje Loyd, een etentje met vleermuizen en maanlicht in Boisson, de allermooiste ondergaande zon in Sri Lanka. En mag ik nog één laatste keer worden aangehouden bij Paleis Soestdijk voor trespassing en een bon krijgen voor wildplassen en openbare dronkenschap?

'Doe wel en zie niet om', zegt mijn  iedereen-is-dom-en-chinezen-zijn-gek vriendin. Maar soms moet je achter je kijken om wat je nog voor je hebt te waarderen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten