dinsdag 19 mei 2020

Dag 67. De was

Eerst dacht ik: de weegschaal is stuk, dit kan niet. Die van S dan maar proberen. Ook stuk, niks aan te doen. Toen was de koffie op.

In mijn eenzame kamertje werkte ik me de hele dag uit de naad. Gesprekken, verslagen, overleggen tot ik er scheel van werd en een enorme hoofdpijn zich aandiende.

Om half 5 riep mijn dochter. 
"Kom beneden!" 
"Nee!", riep ik terug, want ik zat midden in een erg intelligente redenering, vond ik zelf. 
"Moet!", riep dochter. 
"Waarom!", schreeuwde ik. 
"Mowgli heeft een babyvogeltje" (onvast stemmetje).

Binnen 2 tellen was ik beneden. Het vogeltje, het was een minuscuul klein koolmeesje, lag op zijn rug en keek ons aan, de kat zat er loerend naast. 
"Och", zei ik, en gaf de kat een klap, want dat doe je dan. Het vogeltje maakte van de verwarring gebruik door weg te fladderen, over de schutting, naar de buren. "Hij had maar één pootje, Mowgli heeft zijn pootje eraf gebeten", kermde dochter. "Een vogeltje kan best zonder een pootje", zei ik geruststellend, "en misschien had hij 'm even ingeklapt."  De natuur staat voor niets tenslotte, tot wij er ons mee gaan bemoeien. 

Om half zes kwam ik weer beneden. Mijn dochter lag te bruinen in de tuin. Ik schonk een glas wijn in. "Wat eten we?", zeurde ze. "Risotto con zucchini", zei ik. "Ik wil patat", zei dochter weer. Ze had het gras gemaaid, dus ik zette de airfryer aan en begon courgettes te snijden. We aten in de tuin tot de persconferentie begon. Het duizelde me. Al die regeltjes, de afwijkingen, de mitsen en de maren, die verschillende data. "Een nieuwe doventolk, hoe dat dan?", riep dochter.

Na de toespraak liep ik nog even naar zolder om een was in de machine te doen. Lavendelblauwe truitjes, frêle topjes, kanten strings (van de dochter, ik heb al maanden -eigenlijk jaren, maar dat klinkt niet stoer-, een  intelligente lockdown down under) en mijn favoriete zachtwollen trui, die na 1x dragen weken in de wasmand blijft liggen. De fijne was. De énge was. Erna leegde ik de droger, vocht nog even met een nat gebleven klont sportkleding in de punt van het in duizend kronkels dichtgedraaide dekbed, en loerde intussen met 1 oog naar de wasmachine. Tussen het overdadige schuim zag ik iets zwarts meedraaien met mijn pastelkleurige fijnigheidjes. Dat kan niet goed zijn, dacht ik. Maar ik was te moe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten