Bijna elke dag komt hij wel een keertje langs. Mijn postbezorger. Ik kan niet goed plaatsen waar hij vandaan komt, terwijl ik daar doorgaans aardig bedreven in ben, ik denk iets als de Balkan, maar zeker ben ik niet. Hij is altijd vrolijk. Hij zet de pakjes op de mat, belt en wacht op afstand. Niet zoals de grijze mevrouw van Pist.nl chagrijnig, maar altijd vriendelijk en opgewekt. Door corona zie ik hem vaker dan mijn eigen zoon. Dit keer met een doosje van de Etos vol met noodgrepen om het grote verval te doen vertragen.
Ik vind het tijd voor een woord van dankbaarheid. "Je komt hier bijna elke dag, hè?", zeg ik. Hij glundert. "Ja, dat viel mij ook al op", antwoordt hij. Wat zou er in zijn hoofd omgaan? Lui? Rijk? Ziek, zwak en misselijk? Alle drie? Hij laat er niets van merken, zwaait en springt weer in zijn witte bestelbus, op naar de volgende.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten