woensdag 27 mei 2020

Dag 75. Coronaseks


Ik zat weer eens op Tinder. Uit verveling, maar ook omdat het in mijn digitale wereld wat stilletjes is de laatste tijd. Gevalletje aandachttekort. Tinder is vanwege corona noodgedwongen een medium geworden voor de serieuzere pogingen, met mensen die elkaar voorzichtig aftasten voordat ze met elkaar het bed in springen. Dacht ik.

Want wat gebeurt er? In plaats van na 3 zinnen er een afspraak doorheen proberen te drukken, wordt er nu aangestuurd op een portie telefoonseks. Linksom of rechtsom, seks moet er zijn, ook in tijden van sexual distance, maakt niet uit hoe. Anderhalvemeterseks. Coronacoïtus. Covidcunnilingus. Kom maar in mijn aura, bitch.

Ik was koud een paar minuten in gesprek met Mister Positivo ("Stop met zoeken, je hebt me gevonden!", zou dat nou ooit werken?) of hij wilde weten wat voor leuks ik aan het doen was. Op zo'n manier dat je meteen snapt wat hij met leuks bedoelde. Nou zat ik als een zoutzak op de bank, met een slobberbroek aan, foute sokken in nog foutere schoenen, lamgeslagen door werk en slaapgebrek, maar even tevoren had ik op mijn oprit nog 2 ton dozen in elkaar staan stampen om de ophaaldienst tegemoet te komen, dus dat vertelde ik hem. De anticlimax was bijna voelbaar. Ha ha, zei hij zwakjes en toen werd het stil.

De meeste communicatie is eenrichtingsverkeer. Niet alleen op Tinder. Ook in real life. De meeste mensen praten niet met elkaar maar tegen elkaar. Als je goed kunt luisteren (of je bent niet zo'n prater) trek je mensen aan die graag over zichzelf praten. Of dat andersom ook zo is betwijfel ik. Ik heb zoveel gesprekken gevoerd met mannen (en ook vrouwen, maar in een andere context) die alleen maar vertellen en niet vragen. "Wat doe ik voor de kost", vroeg ik ooit eens aan een man met wie ik toch al enige tijd had gechat. Uit balorigheid, natuurlijk, want ik wist dat hij meteen beledigd zou afhaken. Maar hij zei letterlijk: "dat heb ik je toch verteld?!"

Op Facebook zag ik vandaag een jubileumfoto van een alleraardigst stel, knap (zij dan, alhoewel zijn uitstraling van een goedmoedige kabouter van 2 meter ook wel iets had), aardig en intelligent (beiden). Ze kennen elkaar via de voorloper van social media: de krant. Het kan, denk ik dan, maar voorlopig houd ik het weer voor gezien. Ik blijf gewoon in mezelf praten. Coronastyle.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten