Ting Ting Ting, klinkt het. Ting Ting Ting. Neem verdomme je telefoon op, denk ik geïrriteerd, want de buurman zit de hele ochtend al luid te tetteren in zijn tuin. Ik sta op om mijn raam te sluiten, maar dan zie ik dat het geen ringtone is maar een ijscokar. Wat is dat lang geleden, een ijsje in de straat. Gelato da Kok, staat er in vrolijke letters op een roze bestelbus geschreven. Bewoners schieten als mollen uit hun huizen en gaan met ruime afstand van elkaar in de rij staan.
De nieuwe samenleving die je niet het nieuwe normaal mag noemen maar ook geen anderhalvemetersamenleving en geen lockdown want dat is t niet, maar wat is er dan intelligent aan eigenlijk, want iedereen is werkelijk te stom om te mogen leven, zou mijn dochter zeggen, die samenleving dus ... is ruim 2 maanden oud en je ziet allerlei nieuwe activiteiten ontstaan. Uit nood. En dat is mooi. De mens is veerkrachtig. Maar niet alleen dat. De arrogantie lijkt verdwenen.
Het aantal eettenten op Thuisbezorgd is verdubbeld en de Griek heeft eindelijk zijn minimale bestelbedrag genormaliseerd omdat er geen hond in zijn restaurant zit. Bakkers, snackbars, restaurants, die eerder hun neus voor jouw kleine bijdrage optrokken, komen nu met nog net geen buiging een krentenbol bij je thuis brengen. De eigenaar van de pizzeria bezorgt eigenhandig en glimlacht, voor het eerst sinds hij het mooie Egypte verruilde voor het mistige Holland. Buren maken over de heg weer een praatje met elkaar, uit pure verveling. Er worden rijen gevormd, men wacht geduldig en dringt niet langer voor. Er is minder haast. Meer tijd. Meer aandacht.
Althans, zo is dit alles in ons dorp, of eigenlijk, in mijn straat. Want mijn dochter was even in de stad en daar had men schijt aan alles en iedereen, zo kan het natuurlijk ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten