We liepen over landgoed De Boom, S en ik. Het was er stil, af en toe een man met een hond. Het is geen officieel wandelpad, om er te komen moet je onder een hek doorkruipen, maar iedereen doet het. In het voorjaar hadden we er vaak gelopen, tot aan het punt dat je een weg kruist en je eigenlijk niet verder kunt. Nu stuitten we halverwege op een nieuw hek. Het was eigenlijk een openstaand hek dat ons pad afsloot maar een doorgang verschafte tussen een veehouderij en een weiland.
'We zouden er onderdoor kunnen', zei ik. 'Zou ik niet doen', wees S.
Aan t begin van de sleuf stond een koe, op nog geen meter afstand. Ze keek naar ons. Toen ze zeker wist dat we geen kwaad in de zin hadden - misschien zag ze de vegetariër in ons -, slofte ze verder, richting weiland. Haast had ze niet, ze nam het ervan. Op haar gemak kuierde ze naar het weiland waar in de verte de rest van haar clubje stond.
'Wat raar', zei ik. 'Waar komt die nou vandaan?'
'Van daaro', zei S, 'dat zie je toch?'
'Ja maar, waarom? Wat dacht ze? Het ene moment sta je relaxt een beetje te suffen in het weiland met je matties en dan denk je, kom, ik ga eens op huis aan, eens kijken hoe het met boer Krelis is?'
'Misschien had ze dorst.'
'En dan ook weer vrolijk terug.'
'Of ze vond het te warm.'
'Op zich wel een goed teken dat ze zo vrij mag rondbanjeren.'
'Ja, tot het einde verhaal is. Maar een goed koeienleven gehad, toch?'
'Ze is vast oud. Zo schonkig.'
'Alle koeien zijn schonkig.'
'Welnee. Kijk die anderen girls daar, dikke tatta's.'
'Zeg geen tatta's.'
'Sorry.'
Zo kom je de dag wel door. Een klein leven in een grote wereld, vooral als het vakantie in coronatijd is. Soms denk ik wel eens, wat als dit nu alles is. Dat mijn leven langzaam afglijdt, nee, dat klinkt nog te dramatisch, langzaam indut. Tot er niets meer is. Alleen maar leegte. Dat ik dan doei zeg, het tijdelijke voor het eeuwige verwissel en nauwelijks het verschil merk.
Maar dan ga ik naar mijn werk. Of ik denk aan vroeger. Of er is iets met mijn kinderen. En dan ben ik maar wat blij als ik daarna mag filosoferen over koeien. Ik heb mijn portie wel gehad. Laat mij maar aankeutelen, zou mijn moeder zeggen.
Dat geldt niet voor S natuurlijk. Die wil groots leven, heeft woeste plannen, en zo hoort het ook. Die vindt koeien saai en wil niet dat ik te vaak zeg dat ik al oud ben. Stel je niet aan, zegt ze dan.
En zo gaat dat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten