Zo'n coronadagboek, dat is nog best lastig, maar het zal nauwelijks opvallen als ik een dagje oversla. Ik ben natuurlijk ook niet de enige. Literaire grootheden als Ilja L.P. gingen mij voor en krijgen dagelijks een plekje in veelgelezen media als de NRC. Die aandacht krijg ik niet, helaas, want hij woont er leuk van, daar in Italië. Gisteren vroeg mijn dochter M wie dit blog allemaal kunnen lezen. 'Nou, eh, iedereen in principe', zei ik, 'maar zo'n blog moet je wel weten te vinden, want als je geen Ilja heet, dan sta je niet hoog op de Google lijst.' Ik weet waarom ze het vroeg. Ik wil soms wel eens een venijnige steek uitdelen naar mijn ex, die toevallig ook haar vader is. En dat is moeilijk, zei ze, want zij vindt hem nog best lief. Ik snap dat, en zo zwart-wit als het lijkt is het natuurlijk ook niet, dus ik heb haar beloofd dat ik zo objectief en zo beschaafd als mogelijk zal proberen te blijven. Als mogelijk, want het is wel míjn blog. Mijn verhaal, mijn leven. En het geschreven woord is saai en nietszeggend als er niet iets eigens, iets van jezelf in schuilt, de waarheid zo u wilt, al is die per definitie subjectief. Dat begreep ze. Ik heb ook sorry gezegd. Voor mijn kant van het verhaal, voor mijn pijn, mijn wrok, mijn therapeutische trip. En dat begreep ze ook. En ze ging me ook zeker niet vertellen wat ik wel en niet mocht schrijven, zei ze, zo zat ze niet in elkaar. Ik huilde een beetje toen ze dat zei, omdat ik zulke lieve kinderen heb, maar ook omdat ik ze geen pijn wil doen.
'Hoe moet dat als mijn boek uitkomt', vroeg ik haar en knipoogde.
'Ach, pap leest toch nooit', zei ze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten