Een van de mooiste jaren in mijn leven was het jaar 1982. Ik woonde weer even thuis en werkte een jaar lang met mijn vader elke dag aan het toelatingsexamen voor het conservatorium. Rain or shine, zin of geen zin, kater of geen kater, elke dag rond 1 uur zat mijn vader achter zijn vleugel en werkten we samen aan een drietal aria's van Puccini: 'Si. Mi chiamano Mimi', "Donde Lieta Usci' en 'Vissi d'arte". Mijn vader had ze uitgekozen, want ik had niet zo heel veel met die kwijnende dames die uiteindelijk allemaal aan de tering bezweken of van een muur afsprongen. Ik zong liever een flirterige aria als 'Quando m'en vo' van Musetta of een hoempapa stamper van Verdi, maar vaders wil was wet, hij wist wat bij me paste.
Dat ik hier ineens aan denk is omdat deze week Ad is overleden. Mijn vader had niet veel vrienden, hij was een introverte man die niet veel ophad met smalltalk en van de meeste mannen begreep hij niets, hij ging liever met vrouwen om. Maar Ad was zijn vriend, eigenlijk zijn enige echte vriend, want ook na zijn jaren bij de opera bleef het contact en zat Ad regelmatig bij ons op de bank. Op één van die dagen besloot mijn vader dat ik iets moest zingen. Ik had behalve een fikse kater ook een dreigende verkoudheid dus probeerde het af te wimpelen, maar mijn vader hield voet bij stuk. Musetta moest het worden, de lellebel uit La Bohème. Of het de drank was, het virus of gewoon de angst om voor zo een bekende en geliefde vreemde te zingen, ik weet het niet, maar het was vreselijk. Mijn stem zat vast, er kwam niet meer uit dan een bange knijp en Musetta veranderde voor Ad's ogen en oren van een lichtekooi in een boekhouder met faalangst. Ad kende mijn vader echter al langer en wist hoe dwingend hij kon zijn. Zijn reactie was kalm en sussend. Hij kon horen dat als ik minder zenuwachtig was, ik een hele mooie zangstem had, zei hij. Ik huilde en stampvoette naar boven, als een echte Musetta, "Jouw schuld', riep ik tegen mijn vader.
Nu ben ik 61. Stampvoeten doe ik niet meer, maar ik zou er mijn hele operacollectie en meer voor overhebben om nog één keer bij mijn vader naast de vleugel te mogen staan. En als ik dan zong: Lei m'intende? (Begrijpt u mij?), dan zou hij me vaderlijk aankijken en zingen: 'Si'.
Nu ben ik 61. Stampvoeten doe ik niet meer, maar ik zou er mijn hele operacollectie en meer voor overhebben om nog één keer bij mijn vader naast de vleugel te mogen staan. En als ik dan zong: Lei m'intende? (Begrijpt u mij?), dan zou hij me vaderlijk aankijken en zingen: 'Si'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten