woensdag 16 september 2020

Dag 187. Gates of hell

Het leven is een treinreis, zei een psycholoog ooit tegen me. Je doet meerdere stations aan, mensen stappen in, mensen stappen uit. Hij probeerde mij duidelijk te maken dat het niet goed is om in eeuwigheid aan iemand te blijven hangen, dat ik moet loslaten om door te kunnen reizen. Maar dat wil ik niet. Ik wil iedereen in mijn trein houden. Althans, iedereen die ik liefheb. Mijn ouders, mijn exen, mijn vrienden. Alleen mijn vijanden wil ik eraf duwen. Bij Weesp, Geldrop of Steenwijk, de meest troosteloze stationnetjes die ik ken. Maar zelfs dan ben ik niet haatdragend. In de aanloop ernaartoe cultiveer ik gedurende lange tijd nachtelijke fantasieën over een rijdende intercity en de ferme zet waarmee ik de vijand door het zuigende gat van de deur duw, maar in de praktijk wacht ik keurig tot de trein stopt en de deur opengaat. Verdomd, ik geef m nog zijn reiskoffertje aan ook. 'Doei', roep ik, en ik wuif, 'dag, daaag, vijand'. 

Soms wil een vriend of geliefde er bij Hilversum al uit als we net goed op weg zijn naar Amsterdam centraal of de andere kant op, naar Hengelo, daar is het ook leuk. Dat gebeurt. En elke keer ben ik compleet in de war. 'Waarom', roep ik 'm na, als hij het perron afloopt. 'We gingen net zo lekker! En de catering komt zo!'

Wat zegt dat allemaal over mij? De psych in kwestie hield er een mooie, lange monoloog over voor 110 euro per uur.  Over vertrouwen, zelfbeeld, loslaten en vooral veel acceptatie. Mijn dochter zei er het volgende over: 'Moge zijn balzak onder het eczeem komen en jeuken like the gates of hell.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten