Hij vertrok vanochtend met de trein van 10 uur naar Dordrecht om te kijken naar een nieuwe motor. Het was nummer 2, die uit Rotterdam eerder die week was t net niet. 'Wat een chaos daar', had mijn zoon gezegd. Ik ben ook geen fan van deze stad, al hoor ik dat sommige delen jong, bruisend en vernieuwend zijn. Of dit nou komt door mijn Amsterdamse roots of omdat ik van historisch en oud houd of misschien omdat ik zelf historisch oud ben, laten we maar even in het midden, maar Rotterdam is poep en zo is het. Nu ging hij alweer die kant uit en ook van deze motor was hij niet zeker. 'Bij twijfel, niet doen', zei ik. Had ik dat motto zelf maar wat vaker gehanteerd.
Na zijn bezoek aan Dordrecht stapte hij weer op de trein en reisde door naar Ede, voor een derde poging. Hier trof hij een aardige man en een goeie motor. Hij betaalde, stapte er op en reed binnendoor terug naar Amersfoort. Althans, dat was de bedoeling. Ik ken dat. Bij ons in de provincie bestaat er niet iets als even binnendoor terug naar Amersfoort. Ik heb er ooit anderhalf uur over gedaan om Nijkerk te bereiken, simpelweg omdat ze wat de enige toegangsweg leek hadden afgesloten. En een tripje terug vanuit Veenendaal eindigde midden in een uitgestorven gebied waar de weg zomaar ineens ophield, zonder links, zonder rechts, en er maar één ding opzat: de hele 20 minuten weer terug, langs dezelfde koeien. Ook J verdwaalde en zag Renkum, Bennekom, Wolfheze en allerlei andere kleine schijtdorpen, zoals hij het zei. Een mooie toeristische route, behalve als je die nacht niet hebt geslapen en de hele dag hebt gereisd van letterlijk hot naar her. Om 8 uur 's avonds belde hij me, doodmoe en zwaar geïrriteerd. 'Ik sta in Amersfoort', zei hij, maar hij kwam zijn nieuwe motor nog wel even laten zien.
Ik zat op de bank en twijfelde net of ik wel of niet mijn tijd zou verspillen aan de Voice Senior, toen ik een woest geraas hoorde. Ik liep naar het raam. Daar was hij. Mijn zoon. Hoe komt het dat je altijd opgelucht bent als ze weer voor je staan, je volwassen kinderen. Of was ik nu gewoon extra blij dat niemand hem tegen het broze lijf was gereden? De motor was mooi en stoer, hij glansde en glom. 'Hoe is de wegligging?', vroeg ik benauwd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten