zondag 1 november 2020

Dag 233. Galgje

Productaansprakelijkheidsgebrek. S stuurt me een snap met een collegetekst, het woord is rood omcirkeld. 'Leuk woord voor galgje', staat er. Galgje, denk ik, dat is lang geleden. Wie doet dat nog? Ineens zie ik mezelf zitten in een zomers en broeierig klaslokaal op de PJ Troelstraschool in Amsterdam. Jannie, Elsje en ik. We doen galgje en roddelen over het nieuwe meisje Suzanna, dat in Amerika heeft gewoond. Ze heeft donker haar, draagt een gestreept shirt en zit afzijdig van de rest, niemand praat met haar. Ze is Joods, zegt Janny. Die week horen we dat we niet op kamp gaan, de meester vindt ons een vervelende klas. 

Het is een Daltonschool en de klassen zijn verdeeld in 3 niveaus, a, b en c. Ik zit in c, maar ben me daar niet van bewust. Ik ben een teruggetrokken, verlegen meisje dat graag tekent. Jaren later hoor ik op een reünie van Paultje, die dan een overduidelijke Paul is geworden, dat ik bij de slimme kinderen hoorde. De nerds, lacht hij, want dat woord bestond toen nog niet. Hoe dom was de rest dan wel niet, vraag ik me af, maar zeg 't niet, want hij was er duidelijk één van.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten