zaterdag 28 november 2020

Dag 262. De Kikkerprins

De kerstboom wordt dit jaar extra vroeg van zolder gehaald. Eerst zet ik de voet in elkaar, dan de stam. Ik vouw de takken uit en sorteer ze op lengte. Degene met het blauwe stickertje komen onderaan, dan geel, groen, zwart. Vorig jaar deed ik het verkeerd en zag ik te laat dat de boom een vreemde bult had in het midden, bijna als bij een echte. Het lastigste is het verdelen van de lichtsnoertjes. Als dit achter de rug is, roep ik mijn jongste kind. 'Wil je optuigen?', vraag ik, zoals elk jaar. Ze gaat op de bank zitten, ze is moe. 'Doe jij maar', zegt ze. 

Elk jaar mocht ieder kind een nieuwe bal uitzoeken, met als gevolg dat we nu een wonderlijke en bonte collectie van vormen, kleuren en materialen hebben verzameld. Naast een diepglanzende blauwe bal met veertjes (mijn zoon?) hangt de Indiase olifant van geborduurd groen fluweel van een van mijn dochters, welke weet ik niet meer. Voor de enigszins vergeelde mama ijsbeer hebben we nog geen twee jaar geleden het gezelschap van een babybeertje gekocht, mét visje. Een turquoise zwaan hangt broederlijk naast een grote, witte engel en het gouden glittervogeltje loert naar een kikkerprins to be (met kroon). Dit jaar, het coronajaar, is het de eerste keer in 28 jaar dat we niets nieuws hebben gekocht. En dat ik de boom alleen optuig.

's Avonds kijk ik seizoen 2 van The Split, een geweldige Britse serie met een hoofdrol voor onze eigen heerlijke Barry Atsma als de Dutch lawyer (saillant detail: op zijn nachtkastje ligt een roman van Harry Mulisch) en huil mijn ogen uit mijn kop. Je had alles, stomme trut, wil ik roepen, maar ik weet veel te goed hoe die dingen gaan. Mensen maken fouten en verspelen daarmee soms het allerbelangrijkste dat ze hebben. Er is geen weg terug, zegt de moeder van de hoofdrolspeelster ergens, je kunt je fouten niet herstellen. Je kunt er hooguit voor zorgen dat je ze niet nog een keer maakt. NOU, niet in deze serie, hoor. Alles waar mannen zo goed in zijn, kunnen de vrouwen nu ook. Beter zelfs. Carrière maken, kinderen en partner verwaarlozen, vreemdgaan, en plop, nog eens vreemdgaan. En overal die vermaledijde telefoon laten liggen, ook dat!

Als ik ben uitgesnotterd, kijk ik om me heen in mijn woonkamer en denk aan wat S had gezegd, die middag, toen we door een dure wijk van ons dorp reden: 'Leuk zo'n villa, maar misschien is er wel altijd ruzie. Dan ben ik toch liever gelukkig in een simpel huis zoals van ons.'
'Je hebt helemaal gelijk', had ik gezegd,  'maar eh... heb je enig idee wat onze maandelijkse huur is?'

Dochter S is naar bed, de tv is uit en ik schenk mezelf een glas suikervrije sinas in. Vrede op aarde, denk ik, terwijl ik naar de flakkerende lampjes in de boom kijk. En in de mensen een welbehagen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten