Vanochtend stond ik om 7 uur precies naast haar bed te zingen. Extra hard en vals omdat ik nog steeds voel dat ik iets moet compenseren omdat we maar met zijn tweeën zijn.
Negentien jaar geleden bracht ik tonnetje rond de twee andere kinderen naar school, daarna belde ik mijn man: 'het is begonnen', zei ik. We zaten in de nasleep van 9/11 en de wereld leek reddeloos verloren, maar mijn kinderen waren blij, want die week aten ze elke avond pizza, knakworst of hamburgers. Ze misten me ook, want in het ziekenhuis moesten ze allebei een beetje huilen, maar dat was misschien omdat hun mama in een bed op wieltjes lag en het nieuwe, rode zusje in een couveuse aan allerlei slangetjes. De dag na Kerst mocht ze naar huis. Het sneeuwde en de woonkamer hing vol met ballonnen.
Ik kan het soms nog steeds niet geloven. Dat we geen gezin meer zijn, dat hij nu woont bij een andere vrouw, met kinderen die niet van hem zijn. Vanochtend liep hij door mijn huis alsof hij nooit was weggeweest. Hij dronk 6 koppen koffie in een uur, rookte buiten zijn zoveelste sigaret. Hij was gezellig, deed zijn best op zijn eigen nonchalante, macho wijze. En ik verstopte me niet dit keer, ik zei zelfs: 'Weet je nog ...'
'Je vergeet dat hij meestal chagrijnig is, hè', zei mijn oudste dochter, die mij beter kent dan ikzelf.
Later toen hij weg was, speelden we met de gloednieuwe racebaan (zij was Hamilton, ik Verstappen) en aten we taart, chips, pizza en chocola like there was no tomorrow. Om 11 uur lag ze in bed, moe en misselijk.
'Het was een leuke verjaardag', zei ze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten