Gisteren bedachten we ineens dat haar ene stel rijlaarzen nog ritsloos bij de schoenmaker ligt, en het andere, de peperdure Petrie laarzen (voor de niet paardrijders: denk aan een gemiddelde van 350 à 600 euro), haar niets dan bloedblaren geeft. Een aardige meneer van Epplejeck vertelt ons vandaag dat passen niet mag in deze lockdown, maar als we weten wat we willen hebben, kan hij het voor ons klaarleggen. Helaas, zo werkt dat niet bij rijlaarzen. Er is niet zomaar een maat 38. Er zijn allerlei kuitmaten en die verschillen ook nog eens per land, zo kan ik u vertellen dat ze in Italië geen kuiten hebben, gewoon helemaal niet.
'Misschien moet je nieuwe Jodhpurs aanschaffen, met chaps' (resp. een kort laarsje en leren beenbeschermers), zeg ik. En zo geschiedt het. Op de parkeerplaats van Epplejeck past ze de chaps, maar de rits gaat niet dicht. 'Ik had altijd M", zegt ze. 'Ja ik ook, ooit', lach ik geniepig. Een kwartier later komt ze terug, met een L.
'Aardige mensen', zegt ze.
Om kwart voor 2 rijden we naar Achterveld. Even later sta ik als vanouds te bibberen naast de bak, terwijl S het paard uittest en hij haar. Ik aai de honden, de twee andere paarden, praat met eigenaar en dochters en net als ik tot op het bot bevroren raak, komt mijn dochter aanstappen. Glunderend.
'Hoe zittie', roep ik.
'Heerlijk.'
Op weg naar huis praat ze honderduit, over nagevelijkheid, achterhand en leerbaarheid. Af en toe klop ik haar op het bemodderde been, als teken dat ik echt naar haar luister, al is dat niet zo.
Thuis loopt ze zingend naar boven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten