Ik ben er ineens helemaal klaar mee. Ik werd vanochtend wakker alsof ik uit de onderwereld naar boven werd getrokken. Alles in mij schreeuwde: ik wil niet!
Ik ben moe. Ontzettend moe. Ik heb nooit eerder zo hard en zo geconcentreerd en gecomprimeerd en vooral zo godvergeten alleen gewerkt als de afgelopen 10 maanden van dit klotejaar. Mijn nachten bracht ik vervolgens door met de raarste personen. Vannacht was ik aan het bowlen met prins Harry. 'Ik kan er niet bij', riep ik, want de baan was 2 meter hoog, maar dat boeide hem niet. Dat ik met Harry op stap was kwam natuurlijk omdat ik voor het slapen gaan een hoofdstuk uit Battle of Brothers had gelezen, een vilein boek over de vermeende verwijdering tussen de prinsjes, maar waarom ik aan het bowlen sloeg is me een raadsel.
Om half 10 zong ik Eenzame Kerst van Hazes voor mijn collega's in het online groepsoverleg, want er was niemand. Later bleek dat ze wel gezellig bij elkaar hadden gezeten, maar via een andere link. 's Middags kwam S met de mededeling dat de paardeneigenaar waarmee ik maandag een uur had staan kletsen corona had. We stonden buiten en op afstand, maar toch werd ik toen pas echt chagrijnig.
Om 15:00 barstte ik om onverklaarbare redenen in huilen uit en ik had nog geen oliebol gebakken. Het kind schrok ervan. 'Je hoeft niet altijd te weten waar het vandaan komt', zei ze. En: 'je hoeft niet altijd sterk te zijn.' En ook: 'Wat ik dan doe is harde muziek draaien en koekjes bakken!'
Ik hoef niet altijd sterk te zijn, zegt ze. Maar dat moet ik wel. Als moeder en als hulpverlener. En meer dan dat ben ik niet. Ik ben geen dochter meer, geen vrouw, geen vriendin, zelfs geen zus. Alleen nog moeder en hulpverlener, in die volgorde. Het leven is verlies en dit jaar meer dan anders. Ik klapte mijn laptop dicht. Om 3 uur.
Ik bond een schort voor en ging oliebollen bakken, die als elk jaar leken op kleine aardmannetjes from space. En terwijl ik naar de edele klanken van mijn dochters vioolsessie luisterde (ik zal jullie de geluidsopname besparen), bakte ik ook nog gauw een vruchtencake. Want ik kan dat. Ik likte pan en gardes af, vrat meteen maar even gulzig het restje brie op dat in de koelkast lag, en riep: 'Fok it, je gaat nu toch niet lijnen, gij achterlijke idioot!' en voelde me alweer wat beter (wel een beetje misselijk).
Lieve lezers, dit is de laatste dag van het jaar 2020, dat de geschiedenis zal ingaan als het Coronajaar. We zijn er nog niet, maar er gloort hoop. Als Diederik en Hugo het tenminste bijleggen.
Hoop doet leven. Fijne jaarwisseling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten