zaterdag 9 januari 2021

Dag 304. Yihááá

Het leukste van single zijn is dat je niet hoeft te overleggen waaraan je je geld uitgeeft. Je beslist het helemaal zelf. Daarom zit ik er niet mee dat ik eerst twee soorten kit in huis haalde om mijn achteruitkijkspiegel voor de 2e keer vast te lijmen alvorens te bedenken dat een autospiegel met een zuignap net zo handig is en veel goedkoper dan de twee tubes car-kit die ik inmiddels had. Zo had ik ook in een opwelling een elektriek warmtematje gekocht omdat mijn oude knieën zo stram aanvoelen door het hele dagen zitten achter mijn bureau. Ik had nog een kruik liggen en zes fleecedekentjes met pony's en Teletubbies, bedacht ik me later, maar dat is zo'n gedoe en dit matje had maar mooi 6 standen. Vroeger moest ik over dit soort onbenullige uitgaven altijd eerst in conclaaf met mijn echtgenoot, want als hij het geen onzin vond, dan wist hij het toch zeker ergens anders goedkoper te krijgen. Je moest dan wel 8 weken wachten, maar dan had je mooi 2 euro bespaard. 

Ooit had ik koiboilaarzen. Met zo'n punt en een schuine hak. Ik liep er dag en nacht op te klossen, ik woonde erin, zo lekker zaten ze. Maar mijn lief vond ze vreselijk en dat moest ik weten. Ik snapte het wel, want in het land waar zijn puberroots liggen, staan dit soort laarzen voor rednecks, pick-up trucks, Hank Williams, barrel racing en homeschooling. En ja, ook voor racisme. Dus toen de laarzen tot op de draad versleten waren moest ik ze maar weggooien, vond hij. Dat deed ik. Of toch niet, want vorige week kwam ik ze ineens tegen in een doos op zolder. "Yihááá', riep ik verheugd. Ik deed een kuitflikker van vreugde, maar helaas, ze waren helemaal vervormd en versteend. Zalando to the rescue, besloot ik, en dus ben ik nu de trotse eigenaar van gloednieuwe westernlaarzen. Tenslotte staan ze in ons land alleen maar voor een zekere mate van smakeloosheid of de liefde voor Springsteen. Ze zijn ook nog eens veel mooier dan mijn oude exemplaren, ze hebben een subtiel reptielenprintje en glimmen een beetje, net als bij Hugo de J. En wie wil daar nou niet op lijken?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten