zaterdag 30 januari 2021

Dag 325. Het kacheltje

Mijn geest is jeugdig en dan denk je al gauw dat het lichaam daarin meegaat. Ik wandelde vanmiddag met schoonzus door het intrigerende plaatsje L. Een flinke tocht (voor mijn doen dan, want zij draait haar hand niet om voor een klompenpad hier en daar), maar ik voelde me prima na afloop. Half bevroren, maar prima. Erna deed ik de was, ruimde vaatwasser uit en weer in, ontsmette op mijn gebruikelijke hysterische wijze de sporen van de nieuwe inwoner, dweilde de vloer en besloot vervolgens even lekker op mijn gloednieuwe laptop te gaan Netflixen, dat had ik wel verdiend na al die vlijt. Koud was het wel, in mijn kantoor, dus ik stal het kleine voetkacheltje uit mijn dochters kamer. Om de stekker in de stekkerdoos te doen, moest ik op mijn knieën. En daar gebeurde het. 'Au, au, au', riep ik, want er gingen 6 scheuten tegelijkertijd door mijn rug en ik kon geen kant meer op. 'What the hell is dit', riep ik. Spit was toch iets voor ouwe mensen (en mijn broer)? Als een Bijbelse kreupele hees ik mezelf omhoog. 'Au, au, au', kreunde ik. En nog maar eens: 'au, au, au.'

En nu zit ik. In mijn bureaustoel. En geen haar op mijn hoofd die erover piekert om deze op korte termijn te verlaten. Ik blijf hier zitten tot de pijn weg is, al duurt het dagen. Ik had het ook niet moeten doen, al dat bewegen. Zie je nu wat ervan komt? Niets dan ellende. En dan nog iets. Hoe krijg ik dat kacheltje weer uit? Ik stik hier potdomme de moord. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten