maandag 8 februari 2021

Dag 334. Bangerik

De jongen was wakker geworden met hoofdpijn en een raar gevoel in zijn keel, zei hij. Hij belde S, dat hij niet kwam en hij belde de GGD voor een test. 'Wacht nou maar gewoon af', zei S kribbig toen ze mijn vergrote pupillen zag. 's Avonds laat kwam ze mijn kamer binnen. 'Geen paniek, please, maar hij heeft 39 graden koorts, ik blijf dus maar even uit je buurt.'

'Hoe gaat het nu', vroeg ik de volgende ochtend quasi nonchalant. '38,4 graden', zei ze. Het is córóna, het is córóna, wilde ik gillen, maar ik hield mijn cool. Geen zorgen voor morgen en waarschijnlijk was het een griepje of gewoon ebola, want dat was ook weer gesignaleerd.

Maar is zo'n test nou wel of niet betrouwbaar. Ja, zegt de een. Nee, zegt de ander. Hangt van t moment af, zegt een derde. Allemaal onzin, roept een vierde. Een collega liet zich drie keer testen voordat er een positief resultaat uitkwam. Hoe langer deze pandemie duurt hoe meer ik ervan overtuigd raak dat de ene helft het niet weet en de andere helft doet alsof. We zijn als dolenden in de woestijn en zelfs het stralend wit gesteven overhemd van Jut en Kul geven mij niet meer dat vertrouwen dat ik vorig jaar nog in ze had. Nog minder vertrouwen heb ik in mijn medemens. Ik hoor de raarste theorieën, verzonnen feiten, hoaxen, valse informatie, bangmakerij, oud nieuws, verdraaid nieuws, zoethoudend nieuws, panieknieuws. Dan zijn er mensen die zich door al dat googelen wijzer voelen dan degenen die er 10 jaar voor naar school gingen, er zijn er die zich God wanen, er zijn er die zich heerlijk rebels voelen en eindelijk hun fifteen minutes of fame opeisen. En dan zijn er natuurlijk de bangeriken, zoals ik.

Ik vraag me wel eens af wat voor iemand ik zou zijn geweest in de tweede wereldoorlog. Een NSB-er die zijn eigen land en medeburgers verkwanselt of een verzetsvrouw die liggend in de dakgoot Duitsers omlegt? Of zo'n ogenschijnlijk brave burger die stiekem buiten de lijntjes kleurt en onderduikers naar familie in Brabant smokkelt en illegale blaadjes rondbrengt. Ik denk het laatste, ik hoop het laatste, maar zeker weten doe je t niet. Bangeriken doen het niet zo goed in oorlogen. Misschien was ik bang geweest voor het lot van mijn kinderen, voor mijn eigen hachje, misschien had ik de andere kant opgekeken als mijn buren werden opgepakt. 'Wat kon ik doen', had ik mezelf in slaap gesust. 'Ik kon niks doen, toch?' In tijden van oorlog leer je jezelf kennen, denk ik. In tijden van een pandemie misschien ook. Wat maakt dat je gehoorzaamt, of juist gaat rellen. Waarom heeft de een vertrouwen in de autoriteiten en de ander niet. Wat is de definitie van vrijheid: op straat mogen lopen wanneer jij dat wil of straks vrijheid voor iedereen? En waarom zullen er altijd mensen zijn die de ernst van de situatie ontkennen of bagatelliseren?

De uitslag kwam 's middags en was negatief. 
'Zie je', zei S, 'je denkt veel te veel na, had je bijna voor niks gepanikeerd.'


Geen opmerkingen:

Een reactie posten