vrijdag 12 februari 2021

Dag 338. Mooi, hè

Dag 338 van de coronapandemie was een vrolijke. Na maanden liep ik mijn kantoor weer eens binnen. Je zou het bijna vergeten, maar mensen zijn niet tweedimensionaal. Ze zijn echt, van vlees en bloed, met dat iets wat we uitstraling noemen en waarvan de helft online wegvalt. Wat was het ineens weer leuk dat ik hier mocht werken.

Ik had papier en pennen nodig en ging meteen maar eens mijn postvak legen, dat was sinds maart 2020 niet gebeurd. Daar trof ik een jaar aan attenties aan, voornamelijk van vertrokken collega's maar ook van cliënten. Zakjes snoep, afscheidsbriefjes, potjes tijm, memo's, kerstkaarten en een flesje Chanel nr 5 met daarop geschreven: 'dit vind jij vast wel lekker', maar wie dit over mij had gedacht is nog een raadsel. Voor ik vertrok liep ik nog even langs het hart van onze club, onze baliebewaker L. Ze zag er goed uit, haartjes onberispelijk, schaterlach als altijd. 'Ik train met Mark Tuitert', zei ze. 'Ja, online dan, hè'. 

Buiten liep ik voorzichtig naar mijn auto en reed door de zonovergoten sprookjeswinter naar stal, waar een verkleumde S op me wachtte. 
'Kijk eens hoe mooi', zei ik op de terugweg, en wees naar het witte weiland waar een aantal schapen dicht tegen elkaar aan stond, zich niet bewust van corona en opgelegde maatregelen. Het leek wel of vandaag iedereen er even zo bij stond. 
'Handen aan het stuur', zei S. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten