zaterdag 20 februari 2021

Dag 346. De bank

Eindelijk was hij er, de groenfluwelen hoekbank. Hulpvaardig naar de woonkamer gesleept door 2 jeugdige, pezige mannen. Wel laag, dacht ik, maar toen bleken wat ik voor hoekbeschermers had aangezien de in 7 lagen bubbelplastic gewikkelde poten te zijn. Het was nog even een taai klusje, maar daar zaten we dan, S en ik. 'Mooi, hè', zeiden we om de 10 minuten. Ik stuurde foto's naar mijn andere dochter. Naar de buurvrouw. Naar mijn broers. Naar mijn vriendin. 'Mooi, hè?' Alleen de kat, die vond het niks. Zijn tafel was die middag met een aardige mevrouw meegegaan en in zijn mandje lag ineens fruit, voor het Leen Bakker effect. Het leek wel of hij per se niet op het fluweel wilde liggen, net zoals hij de mega fluffy kattenmand die hij met Kerst van meneer Ali had gekregen niet had gebliefd.

Tevreden keek ik rond. Na een leven tussen marktplaats, kringloop en afdankertjes, was ik eindelijk volwassen, zei ik tegen mijn kinderen, ik had een bank. 'Nu nog een hoogpolig ecru kleed en een nieuwe auto en dan ben ik er klaar voor!' Waarvoor precies wist ik niet, maar dat deed er niet toe, want het voelde goed.

We keken nog lang tv, iets met wild cats in India, alleen lagen we dit keer, want dat hoorden we nu te doen, vonden we. Mijn pierig haar tegen de woeste krullen van S. 'Tis wel wennen', zei ik. 'Het voelt zo nieuw, zo stevig, zo hoog. Of ben ik gewoon te dik, of te klein, misschien te lang?' 
'Misschien moet je niet zo zeuren', zei S. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten