'Maar mijn huisarts ...', zeg ik.
'Nee.'
'En Google ...'
'Nee.'
Ik sta op. Ontevreden, want ik weet nog steeds niks, heb weer meer medicijnen, en voel me niet serieus genomen. 'Mijn broers zuipen zich helemaal naar de tering', zeg ik, 'en die hebben niks.' Voor het eerst lacht ze.
In de hal zit S op me te wachten, verdiept in een vuistdikke pil van John Irving. Als we naar de parkeerautomaat lopen, vraagt ze hoe het ging.
'Nee.'
'En Google ...'
'Nee.'
'Corona gehad?', vraagt ze, want ze heeft veel patiënten die benauwdheid als nasleep hebben.
'Geen corona gehad', zeg ik. 'Ik zit al een jaar thuis en dan krijg ik nu dat Opel Astra vaccin, dat maar 60% werkt. Wat heb ik daar nu aan', mopper ik.
'Je neemt wat je krijgt aangeboden', zegt ze. 'Daar is niets aan te doen.'
'Geen corona gehad', zeg ik. 'Ik zit al een jaar thuis en dan krijg ik nu dat Opel Astra vaccin, dat maar 60% werkt. Wat heb ik daar nu aan', mopper ik.
'Je neemt wat je krijgt aangeboden', zegt ze. 'Daar is niets aan te doen.'
Ik sta op. Ontevreden, want ik weet nog steeds niks, heb weer meer medicijnen, en voel me niet serieus genomen. 'Mijn broers zuipen zich helemaal naar de tering', zeg ik, 'en die hebben niks.' Voor het eerst lacht ze.
In de hal zit S op me te wachten, verdiept in een vuistdikke pil van John Irving. Als we naar de parkeerautomaat lopen, vraagt ze hoe het ging.
'Ik heb zojuist jouw toekomstige ik ontmoet als je geneeskunde was gaan studeren', zeg ik.
Ze lacht als ik het verhaal vertel.
'Het is nu tenminste duidelijk', zegt ze.
'Het is nu tenminste duidelijk', zegt ze.
'Maar wel bot', zeg ik. 'Daar maak je geen vrienden mee.'
'Zoals bij jou, bedoel je? Zelfs als iemand jou keihard kwetst of beledigt, trek je nog je schuur niet open en verzin je eindeloos excuses voor zijn gedrag. Dan beter zo, zeg ik.'
'Ik vraag me dan gewoon van alles af', zeg ik. 'Wat drijft iemand om bepaalde dingen te zeggen of te doen, waar komt het vandaan, welke emoties, welke herinneringen, welke triggers liggen eraan ten grondslag.'
'En dan heeft iemand allang een hartstilstand', zegt mijn dochter.
'Het is dan maar goed dat wij beiden geen cardioloog zijn geworden', zeg ik.
'Alsof jij ...', begint ze.
'Stop. Anders ga je lopen.'
'Zoals bij jou, bedoel je? Zelfs als iemand jou keihard kwetst of beledigt, trek je nog je schuur niet open en verzin je eindeloos excuses voor zijn gedrag. Dan beter zo, zeg ik.'
'Ik vraag me dan gewoon van alles af', zeg ik. 'Wat drijft iemand om bepaalde dingen te zeggen of te doen, waar komt het vandaan, welke emoties, welke herinneringen, welke triggers liggen eraan ten grondslag.'
'En dan heeft iemand allang een hartstilstand', zegt mijn dochter.
'Het is dan maar goed dat wij beiden geen cardioloog zijn geworden', zeg ik.
'Alsof jij ...', begint ze.
'Stop. Anders ga je lopen.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten