dinsdag 6 april 2021

Dag 391. Kattengejammer

Om tien uur rijden M en ik naar Ranzijn om haar Mozes te voorzien van een chip in zijn nek en een dubbel vaccin tegen katten- en niesziekte in zijn kont, al is de groepsimmuniteit in het rijke dorpje L buitengewoon goed te noemen. Zodra we zijn omvangrijke bilpartij in het mandje hebben gepropt, begint het mauwen. Niet zoals de meeste katten mauwen, nee, hij is woest, en levert een kakofonie aan toonsoorten met verrassend afwisselende timbres, van schreeuwend schel naar donkerbruin laag met een valse grom erin. Kortom, hij gaat ervoor. Als mijn dochter hem troostend wil aaien, haalt hij uit. Hij blijft hangen in mijn faux fur jas. 'Hé, die is nieuw!', roep ik. Bij de dierenarts is hij direct aan de beurt, plannen is plots geen issue meer. 'Mijn familie en vrienden noemen hem dik', zegt M. 'Of eigenlijk vetklep, bolle, speknek, zelfs fat motherfucker, en ga maar door.' 'Hij is misschien iets te zwaar', zegt de dokter. 'Maar verder helemaal gezond.'

Op de terugweg gedraagt hij zich beter. En als M later bij de drogist ook nog een drinkfonteintje met ledlampje voor hem koopt, als steekpenning zeg maar, dan is alles weer goed.

'Kijk', zeg ik even later tegen S. 'Wat zei ik je? Daar is mama Merel, met een worm'. De vogel kijkt gespannen rond, ze zit op de schutting maar durft de vlucht naar beneden nog niet te maken. Onze kat heeft huisarrest en is onuitstaanbaar vervelend, de hele dag door. Jammer genoeg maar op één toon. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten