'Ze hadden wel wat minder papier mogen gebruiken', zegt een oudere dame tegenover me. Ze draagt een fleecevest en een rugzakje van vilt, haar schoenen zijn van canvas. 'Daar gaan weer een aantal bomen.' Ze kijkt me aan, zoekend naar bevestiging. Ik ken het type, knik even kort en kijk weg. Een vrouw in de hoek vraagt aan de assistente waarom het ín vré-des-naam zo lang moet duren voor ze de volgende krijgt. Twee vrouwen wisselen foto's uit van kleinkinderen. De vrouw naast me moet wat langer nablijven, net als ik. Ze heeft ooit een epileptische reactie gehad, ik gebruik antistolling. 'Ik ben zo blij', zegt ze tegen me. 'Eindelijk.'
De assistente komt langs, met een karretje. Mouw omhoog, flinterdun naaldje in de spier, langzaam leegdrukken, eruit, pleister, aandrukken. Het gevoel alsof er een klein elektrisch signaaltje wordt doorgegeven trilt door mijn arm naar boven. Dan is het klaar. 'Een kwartier blijven zitten', zegt ze.
In de auto stuur ik een foto van mijn vaccinatiebewijs naar mijn kinderen. Ik voel een vreemde mengeling van onrust over wat er wel of niet komen gaat en veiligheid. De wereld ziet er plotseling anders uit.
In de auto stuur ik een foto van mijn vaccinatiebewijs naar mijn kinderen. Ik voel een vreemde mengeling van onrust over wat er wel of niet komen gaat en veiligheid. De wereld ziet er plotseling anders uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten