'Hoe heet hij', vraagt de assistente.
'De Lekkere Kip', zeg ik.
Ze schiet in de lach.
'Tis echt waar', zeg ik. Achter me op de rode, plastic bank zit mijn zoon, op zijn schoot staat het reismandje met daarin de agapornis met de vreemde naam. We moeten lang wachten en kijken een beetje rond naar de katten en de honden die arriveren en weer vertrekken. Dan komt er een co-assistent. Jong meisje, 6e jaars diergeneeskunde, witte jas met pennen en een thermometer, ze komt de anamnese afnemen. Kip gedraagt zich voorbeeldig en kijkt haar door het gaas van zijn tijdelijke huis nieuwsgierig aan. 'Dokter komt zo', zegt ze, en verdwijnt. Weer wachten we. Na een half uur komt er een kleine, bleekneuzige vrouw binnen, de dierenarts. Ze is een overtuigd Vlaamse en we verstaan haar moeilijk, al komt dat ook door het mondkapje. Mijn zoon haalt zijn vogel uit het mandje en vertelt. De vrouw heeft smalle, witte vingers (als van het skelet van een Pterodactylus), waarmee ze voorzichtig onder de vleugels van Kip prikt en plukt.
'De crème mag je blijven gebruiken', zegt ze, 'maar hij moet eraf blijven, zodat de wond kan genezen.' Ze loopt de deur uit. Na een klein kwartier komt ze terug met vilten kraagjes voor vogels, in diverse maten, en een schuimrubber rol. 'Dat lijkt me niks', zegt mijn zoon terwijl hij keurend in het rubber priemt. De arts probeert de kleinste kraag over Kips minihoofdje te trekken. Die vindt dat niet leuk en ook mijn zoon verschiet van kleur. 'We nemen 'm even mee', zegt ze. Daar gaat Kip, wij hebben het nakijken. Na nog weer een kwartier zijn ze terug. Kip hangt een beetje schuin tegen het gaas aan, zijn oogjes geloken, om zijn nekje een paarse fladderkraag. Hij is geschrokken, vreemde handen, vreemde ogen, een vreemd ding om zijn nek. 'Over een paar dagen moet het beter gaan', zegt de Belgische mevrouw.
Ik loop naar de balie. Mijn zoon neemt weer plaats op de gladde, rode bank, het mandje op schoot. 'Dat is dan 132,60', zegt de assistente. Als we even later over een verlaten snelweg naar huis rijden, houdt mijn zoon zijn hand troostend om het kleine vogellijfje heen. Zoveel geld voor een crème die hij al had en een paarse flamencojurk die waarschijnlijk niet langer dan een paar uurtjes meegaat, denk ik, maar we doen het ervoor. Voor de Kip. De Lekkere Kip.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten