zondag 9 mei 2021

Dag 424. Moederdag

Ik word wakker en hoor S luid zingend haar voorbereidingen treffen. Als ze de trap op stommelt, knijp ik mijn ogen dicht, alsof ik nog slaap. Ze kijkt nog net zo blij en verwachtingsvol als 15 jaar geleden, toen ze als 4-jarige het dienblad op mijn bed neerzette. Versgebakken broodjes in hartvorm met lemon curd en gemberjam en een halve meloen - 'dit keer zonder ham, hè, mam'. Verder koffie, jus, een cadeautje en een kaart. Bij de derde zin van haar in keurig meisjeshandschrift geschreven tekst moet ik al huilen. Dat had ze niet verwacht, zegt ze, maar hoe ouder, hoe sentimenteler, zeg ik. Bovendien raakt ze een snaar, een snaar zo diep dat ik het niet eens hardop kan herhalen. 

Om 11 uur ga ik douchen, mijn oudste dochter is onderweg. 'Je hebt je leuke haar weer terug', zou haar vieze oom zeggen. 'Ik was het zat, het deed pijn', zegt ze over haar vlechten. Ze torst een nieuwe aardbeienplant mee, de vorige heeft de vorst en mijn niet-zo-groene vingers niet overleefd. 'En parfum', zeg ik, 'Hoe vaak moet ik nog zeggen dat ik over drie weken alweer jarig ben', protesteer ik. Het helpt niet. Elk jaar word ik overladen met bloemen, taart, cadeaus en kaarten. Ik breng haar nog gauw even naar het station, ze moet werken, en om 2 uur komt mijn zoon, met viooltjes in een pot. Hij blijft nog even hangen om een stukje taart te eten, maar dan smeert hij 'm gauw, de race begint.

'Vieze vlaaienvreter!', roept S even later naar haar aartsvijand in Barcelona, als hij Lewis afsnijdt. 'Geef toe dat het een gehaaide zet was', probeer ik nog, maar ik moet mijn nationalistische bek houden.


Alles is weer normaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.