donderdag 13 mei 2021

Dag 428. Gekwetter

Mijn broer JP zou komen met zijn vriendin, zei broer A, en of ik ook kwam. Ik was net gestart met mijn nieuwe leven, had de vuilniszakken met ballast dicht gestrikt en aan de straat gezet. Geen woord meer over die ex, had ik me voorgenomen, want al vond ik dat ik zeer gematigd over hem sprak, met hooguit een vileine uitschieter hier en daar, dat bleek niet helemaal zo te zijn, volgens broer A, en hij lachte er schamper bij. 

Nu is hij geen autoriteit op dat gebied, want zoals het een echte Van Jan betaamt is hij geremd als het om echte gevoelens gaat. Zomaar hardop zeggen: 'Ik ben bang' (c.q. zal ik uit de narcose ontwaken, ga ik mijn moeder achterna, mijn ex intimideert mij, ik krijg m niet meer omhoog, ik eet stiekem, ik drink meer dan jullie weten, heb ik terminale K, ik heb zorgen om mijn kind, om maar eens wat algemene issues te noemen), dat komt in onze familiegenen niet voor. We lachen of drinken alles weg en als iets te dichtbij komt roepen we iets sarcastisch, iets elitairs of gewoon iets geïrriteerds. Toen echter ook mijn Limburgse vriendin N zei dat ik het verleden achter me moest laten en door moest (ik zwijg hier even discreet over het gedeelte van de jonge minnaar), besloot ik het erop te wagen. Ik trok een vette streep onder mijn ex, haalde de bezem door mijn straatje en besloot uit mijn zelfgekozen kluizenaarschap te treden. 'Goed idee', zei ik dus. Bovendien was de helft van het gezelschap inmiddels deels ingeënt, dus dat gaf wat ademruimte binnen het krakkemikkige geheel van hartkwalen, vervette levers, cholesterolpieken en rillerigheid.

Het was ruim een jaar geleden dat ik ze had gezien, maar dat voelde niet zo, zei broer JP, omdat we elkaar wekelijks spraken en vaak ook zagen via de moderne communicatiemiddelen, die we overigens eensgezind de vloek en ondergang van de maatschappij vonden. Dat gezegd hebbende, belde broer A naar de dochter een verdieping hoger om te zeggen dat we gingen eten, nam dochter B een foto om ons drinkgelag vast te leggen in de familie-app voor de ontbrekende broer, en stak broer JP zijn telefoon in de lucht om de vogelaar-app de kakofonie aan gekwetter te laten determineren.
Broer A, de nog-niet-gevaccineerde, stikte en passant nog even in de tabascosaus en sproeide zijn speeksel en voedselresten coronaproof over de tafel, richting dochters. 'Ieuw, GROSS', riepen die in koor, en terwijl A rood aangelopen naar lucht hapte, lagen wij gebroederlijk in een lachstuip.

Het was gezellig .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.