vrijdag 21 mei 2021

Dag 436. Waterhoentje in het gras

Na mijn sombere toekomstschets van gisteren, besloot ik de koe bij de hoorns te vatten. 'Ik ben een stukje lopen', riep ik in de gang. De deur viel achter me in het slot. Lucht, constateerde ik. Zuurstof. Het water in de Singel stond hoog, maar werd grotendeels aan het zicht onttrokken door het wuivende groen langs de oevers. In het gras liep een waterhoentje een stukje met me op, ik in spijkerbroek, hij in zijn glimmende geelgroene legging. Toen ik links met veel geraas werd ingehaald door een meisje op een skateboard, schoot hij het hoge gewas in. Ze was een jaar of 13, op haar bomberjack stond een schedel afgebeeld, maar haar zwarte krullen dansten op en neer in de wind.

Mensen die gevaccineerd zijn, houden zich minder aan de maatregelen, had ik in de krant gelezen. Als ik de norm ben, dan klopt dat, dacht ik. Ik deinsde dan ook niet langer achteruit toen de oude vrouw met haar labrador rakelings langs me liep. Ze hield 'm kort en keek me vuil aan. 'Middag',  mompelde ik in een vage poging tot enige toeschietelijkheid. Ik ga het nog missen, besloot ik, toen ik bij het oversteken moest wachten tot de stroom gehaaste en geïrriteerde automobilisten was opgelost. Wat een verschil met een jaar geleden. Ik miste de stilte, maar ook de verbinding, de begripvolle hoofdknikjes en vergoeilijkende glimlachjes van voorbijgangers. Op de terugweg nam ik de route langs het biebkastje. Ik was er zeker 3 weken niet geweest en nam een boekje mee van Youp, een Stephen King voor S en een volgens People's magazine 'enorm geestig verhaal' van een schrijver die ik niet kende.

Na het avondeten belde mijn zoon. Dat je een kruisboog mag houden in je huis. Oké dan, zei ik. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten