Dit is zo'n moment dat ik vast moet houden, denk ik ineens. Ik hang al uren op de bank, zap een beetje heen en weer van de Bauers naar zwemmen naar de film The Notebook, in afwachting van een herhaling van Graham Norton. S zit voor me op de grond met een stapel oude fotoboeken. Af en toe staat ze op om te kijken hoe het met de taart in de oven staat. We zitten in een stilzwijgende vanzelfsprekendheid bij elkaar, alsof het nooit zal veranderen.Morgen is mijn oudste dochter jarig. Het was een snikhete dag, die woensdag in 1995. Om half 9 belde ik mijn vader. 'Het is begonnen', zei ik. Een uur later was hij er. Terwijl ik die ochtend mijn weeën weg pufte, hoorde ik hem door het open raam in de tuin met zijn kleinzoon spelen. Eigenlijk hoorde mijn moeder daar te zitten, maar die was in januari overleden, na een kort ziekbed van 3 weken. Mijn zwangere dagen waren als flarden mist aan me voorbijgetrokken. Als ik niet voor mijn zoon zorgde, lag ik op bed. Onder mijn handen bewoog het nieuwe leven terwijl ik huilde om het verlies van mijn moeder. Op dinsdag ging ik naar mijn vader, elke vrijdag was hij bij mij. Dan dronken we wat, aten met zijn drieën, en dan ging hij weer naar huis, waar het huis stil en leeg was en het kussen naast het zijne onbeslapen.
Om kwart voor 1 werd ze geboren. Mijn mooie, goedlachse kind dat de naam van mijn moeder zou dragen. Nu is ze 26. En elke keer als ik haar naam hoor, denk ik heel even aan mijn moeder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten