woensdag 26 mei 2021

Dag 441. Gevarenzone

Mijn nuchtere bloedglucose was 6,1. Voor een beetje doorgewinterde diabeticus is dat natuurlijk peanuts. Maar Diabetes Nederland geeft heel streng 6 als bovengrens aan van een gezonde bloedwaarde. De rode vlag moest uit, ik zat in de gevarenzone. Nog maar net, maar hoe gaat zoiets, volgende keer is het 6.2 en hop, er zit een stijgende lijn in. 'Keer prediabetes om', mompelde ik zonder enig enthousiasme. Want ik heb niet alleen al genoeg kwalen, ik wil het respect van mijn kind niet verliezen. 'Diabetes 2 is een vette ouwe mensen ziekte', zegt ze altijd. 'Ik ben ermee geboren, ik kan er niks aan doen, maar word op één hoop gegooid met die mensen die zich jarenlang hebben volgevreten en lam gezopen. Geen medelijden mee!' Onverbiddelijk ja en ook niet in alle gevallen correct, maar ze heeft een punt: het is een welvaartsziekte en vaak heb je het aan jezelf te danken. Ik ook.

Een maand of twee geleden begon ik met de OERsterk leefwijze. Ik at me het schompes aan groente en fruit en noten en pitten en dronk liters water. Geen zuivel en weinig koolhydraten, zei de gesjeesde arts Richard. Nou eet ik al jaren geen vlees en vis meer, dus als dan ook je vers gebakken landbrood, de Griekse yoghurt en de Franse kazen uit je dieet worden geschrapt, blijft er nog maar weinig levenslust over. En toch merkte ik dat ik me na een paar dagen al een stuk beter voelde. Fitter, minder opgeblazen. Ik was fan.

Helaas, het vlees is zwak. Er was welgeteld maar één verjaardag nodig om me van mijn nieuwe geloof af te halen. Mokkataart, baklava, toastjes met roquefort, die tomaatjes zijn voor de garnering toch? Gin-tonic, Sauvignon, hup, nog een glaasje, oeh .. caramel-zeezout chocola, ovenchips, knoflookstokbroodje, en vooruit, die laatste Tom Pouce werken we ook nog wel even weg. Zoiets. En om nou te zeggen dat het 't waard was? Welnee. Ik lag die avond met hartkloppingen in bed en de dagen erna was mijn energie nergens meer te bekennen.

In de hoek van mijn kamer zie ik de gloednieuwe weegschaal staan. Het eens zo glanzende zwart is dof grijs. Waar mijn sportbroek is, geen flauw idee. Mijn gympen zag ik het laatst onder mijn bed, toen ik ging stofzuigen. Beschaamd keek ik de andere kant op.

Ik vertel S van mijn 6,1. 'Dat is niks', roept ze. 'Ik had 12 vóór het tennissen en na een kwartier zakte ik naar 2,8.' Ze heeft haar lichtblauwe fitnesspak aan, strakke legging, topje, bloot middenrif. Eigenlijk is ze net als ik. Ze legt de lat hoog, voor anderen, maar vooral voor zichzelf. Het drijft haar tot wanhoop als ze haar Diabetes niet onder controle heeft. Als ze zo doorgaat, is ze over 10 jaar net zo ver als ik. Worstelend met een laag zelfbeeld omdat ze niet voldoet aan de door haarzelf opgelegde eisen. Want waar een ander lacht om zoveel gebrek aan discipline, haat ik mezelf elke dag een beetje meer. Ik ken mijn moeder niet anders dan lijnend en niet lijnend. Dan zat ze weer met een in partjes gesneden appeltje op haar bord. Omdat ze weer in haar zwarte jurk moest voor de jaarlijkse kooruitvoering of omdat mijn vader rommelde met een andere vrouw, een van de twee, misschien allebei. Ik kijk met ambivalente gevoelens naar die hele 'body positivity' beweging. Het lijkt bewonderingswaardig, je lichaam accepteren zoals het is, maar te dik is niet gezond, ook niet als je jong bent, en uiteindelijk zit onder al die bravoure, dat vastberaden geschreeuw, toch meestal gewoon de wens om slank te zijn, kijk naar Adèle.

Ik had een rotdag. Ik kreeg de wind van voren en van opzij, onterecht vond ik zelf, en na het eten werd ik gedumpt door de enige man die ik nog wel leuk vond. Het was nog pril, dus ik lig er niet wakker van, maar als een laatste laagje lasagne op de diabetesberg des levens, viel het me toch rauw op mijn dak. Ga naar bed, zeg ik dan altijd tegen mijn kinderen. Morgen voel je je beter. Morgen is er weer een dag. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten